Jaarlijks duizenden verkrachtingszaken geseponeerd: ‘Dit is geen prioriteit’

© Getty Images/iStockphoto

Iets meer dan de helft van de verkrachtingszaken in België wordt verticaal geklasseerd. Dit zijn de belangrijkste redenen daarvoor en wat er aan te doen is.

Beeld het je even in: je wordt het slachtoffer van een gewelddadige carjacking. Je komt voor verzorging aan in het ziekenhuis en krijgt er de politie te spreken, maar zij vragen je vooral of je deur wel op slot was en of je alleen door een donker straatje reed. Wanneer je aandringt, leggen ze jouw zaakop een hoge stapel waar de stempel “lage prioriteit” op hangt: “Je leeft toch nog?” Achteraf wordt je zaak geseponeerd, want er was te weinig bewijs tegen de dader. Klinkt dat je weinig geloofwaardig in de oren in het België van 2016? Think again: vervang de carjacking door verkrachting en je maakt mee wat 11.665 vrouwen per jaar ervaren.

“Elke keer dat er een zaak geseponeerd wordt of een dader na een (te) korte straf vrijkomt, draagt dat bij tot nieuwe slachtoffers die geen aangifte durven doen, en is een sprong terug in de tijd”

Acht Belgische vrouwen per dag melden dat ze het slachtoffer zijn geworden van verkrachting. Vier daarvan zullen later hun dossier geseponeerd zien. De andere vier slachtoffers hebben grote kans hun dader te zien wegkomen met een milde straf. De belangrijkste onderliggende reden daarachter: “Verkrachting wordt nog steeds te weinig ernstig genomen,” zo zegt doctor in de Psychologie Danièle Zucker.

In België wordt maar liefst 50,21 procent van de verkrachtingsdossiers geseponeerd. 11.665 daders van zaken waarvan aangifte is gedaan, gaat vrijuit. Is het dan verwonerlijk dat maar liefst 90% van de slachtoffer geen aangifte doet?

Gebrekkige verzameling van bewijs

De oorzaken van de seponeringen liegen er niet om. Voor 60 % van de zaken die voorkwamen, was er een gebrek aan bewijsmateriaal. (Voor de gedachte je besluipt dat 60% van de vrouwen die aangifte doen hun zaak dan maar verzinnen om een vijand een loer te draaien: verschillende onderzoeken hebben al aangegeven dat dit slechts om een erg klein percentage gaat.)

Waar dat gebrek aan bewijslast dan wel vandaan komt, is bijvoorbeeld door het te weinig gebruiken van de nochtans al in 1998 speciaal ontworpen Seksuele Agressie Set. Die set bevat alles om voldoende bewijzen te verzamelen van de misdaad, maar is niet in elke ziekenhuis aanwezig. En als dat wel al het geval is, kan het nog altijd dat er niemand ter plaatse is die ermee kan werken. Behalve dat de set niet altijd wordt toegepast, worden de verzamelde gegevens verder ook lang niet altijd (goed) geanalyseerd.

Mentaliteitsprobleem

Om dat probleem te counteren, maar ook om slachtoffers bij hun aangifte beter te begeleiden, pleit de Vrouwenraad voor multidisciplinaire centra, waar slachtoffers meteen aangifte kunnen doen, de bewijzen verzameld kunnen worden en er een verzorgingsteam klaarstaat. Zo hoeven slachtoffers niet verschillende keren opnieuw hetzelfde verhaal te vertellen, hebben ze enkel nog te maken met gespecialiseerde hulpverleners en zou de zaak beter worden opgevolgd. Maar zelfs als die ketenbehandeling er zou komen, is het nog geen sluitende oplossing voor het probleem.

“Het besef dat er een probleem is, groeit wel. Maar verkrachtingen blijven nog te weinig een prioriteit.”

Er is namelijk ook nog heel wat werk aan de heersende mentaliteit onder de politie en in rechtbanken, aldus Magda De Meyer van de Vrouwenraad. Zo worden nu bepaalde zaken geseponeerd omdat de feiten gebeurden in een relatie of vanwege de te jonge leeftijd van het slachtoffer. Dat toont ook een schrijnend gebrek aan bewustwording bij rechters aan. “We hebben minister Geens wel gevraagd om een analyse van de seponeringsgronden, maar de mentaliteit blijft een probleem,” zegt De Meyer. “Heel wat mensen hebben geen idee van wat post-traumatische stress is. Wat het is om zo’n ervaring mee te slepen naar een volgende relatie, of hoe het voelt om je in bepaalde ruimtes niet meer veilig te voelen.”

“Elke keer dat er een zaak geseponeerd wordt of een dader na een (te) korte straf vrijkomt, draagt dat bij tot nieuwe slachtoffers die geen aangifte durven doen, en is een sprong terug in de tijd,” stelt De Meyer. En toch blijft de Vrouwenraad slachtoffers aanmoedigen aangifte te doen, zeker omdat het besef groeit dat er een probleem is met de opvolging van verkrachtingszaken. “Maar het blijft nog te weinig een prioriteit.” (EK)

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content