Club Congé met Guy T’Sjoen: ‘Tijdens de Gentse Feesten verhuis ik naar de logeerkamer achteraan de woning’

© Wouter Van Vaerenbergh

Twee maanden lang vertellen interessante mensen ons over hun zomerwensen en -plannen. Vandaag: topdokter en hoofd van de Gentse mannenkliniek Guy T’Sjoen. ‘De laatste dagen voor ik op vakantie vertrek, heb ik vaak hetzelfde gevoel als een marathonloper die de laatste honderd meter moet doen.’

Interviews in magazines, kranten en radioprogramma’s, een prominente rol in de serie Topdokters op Vier, het boek ‘Onder de gordel’ over de mannelijke seksualiteit: Guy T’Sjoen was het voorbije half jaar overal. En dat terwijl hij als diensthoofd endocrinologie, hoofd van het Centrum voor Seksuologie en Gender en hoofd van de mannenkliniek al zoveel petjes draagt in het UZ Gent. ‘Ik zou best graag willen werken in het Hospital Del Mar in Barcelona. De wachtzaal kijkt er uit op het strand van Barceloneta en het mooie hotel W, en naast een geweldige vakantiebestemming is Barcelona ook een bruisende culturele hotspot. Al zou werken daar wellicht minder een prioriteit voor me zijn.’ (lacht)

Heb je een favoriete zomerbestemming?

GUY T’SJOEN: De voorbije jaren heb ik qua zomerbestemming heel wat afgewisseld, van Ibiza tot Tel Aviv, maar ik mis telkens de Cycladen. Geef mij dus toch maar Griekenland. Deze zomer wordt het Agios Nikolaos op Kreta. Dat eiland heb ik nog nooit bezocht – hoog tijd om daar iets aan te doen dus. Nu ik eraan denk, ik moet snel nog eens ‘Wie betaalt de Veerman’ (een tv-serie van de BBC uit 1977, red.) herbekijken, want dat werd daar gedraaid.

Bewaar je je beste zomerherinneringen ook aan Griekenland?

T’SJOEN: De meest memorabele vakantie was voor mij een reis met zes vrienden uit Gent naar Mykonos, een vijftiental jaar geleden. Het Griekse partyeiland bij uitstek stond indertijd bekend als dé bestemming voor de homoseksuele man en een Temptation Island avant la lettre.(lacht) Terwijl mijn vrienden zich verkeken aan de glitter en glamour en mannentorso’swas ik vooral gecharmeerd door de nog authentieke Griekse sfeer, de taverna’s, de muziek, de taal en het eten. Ik begreep meteen waarom Jacqueline Kennedy Onassis er zo graag naartoe ging. Griekenland kroop tijdens die vakantie onder mijn huid, en dat gevoel zal nooit meer overgaan.

De meest memorabele vakantie was voor mij een reis naar Mykonos, een vijftiental jaar geleden. Het Griekse partyeiland was een Temptation Island avant la lettre.

Houd je die liefde ook hier thuis warm?

T’SJOEN: Ik ben na die vakantie Nieuwgrieks gaan volgen in avondschool, en dat heb ik toch vijf jaar volgehouden. Als de lerares op een grauwe winteravond danwat Griekse muziek opzette, was ik in gedachten weg uit Gent en zat ik weer op mijn favoriete zonnige eiland. Ik ben er ondertussen een tiental keer geweest, maar als ik van het vliegtuig stap en het stadje zie glinsteren onder de avondzon, springen de tranen nog steeds in mijn ogen.

Klinkt als iemand die echt van zonnige bestemmingen houdt.

T’SJOEN: De zomer is mijn favoriete seizoen, en ik ben een echte sunchaser. (lacht) Voor mij kan het niet warm genoeg zijn, als er maar een zwembad of zee in de buurt is. Een vakantie is ook pas geslaagd met goed weer en korte broeken. Ik maak graag winterreisjes, maar ook dan zoek ik het liefst de zon op. Een weekje zon, en dan kom ik goedgezind de winter door.

Wat doe je dan bij miezerig zomerweer?

T’SJOEN: Dan vind ik het zalig om naar de film te gaan. Wel een typische zomerfilm, zodat de zon tenminste op het grote scherm schijnt. Voor mij doe ook de films van Pedro Almodovar aan vakantie denken, want ze kwamen bijna allemaal uit in het begin van de zomer.

Een zomerlief? Wellicht wel, maar niemand die de lijst van memorabele lieven haalde.

Kan een museumuitstap je bekoren?

T’SJOEN: Niet echt, ik heb last van museummoeheid. Van zodra ik er tien minuten ben, heb ik de onweerstaanbare neiging om me van bankje naar bankje te slepen, me te beperken tot de korte tour van de highlights en snel de uitgang te zoeken. Het meest interessante museum dat ik tot nog toe zag was het Guggenheim in Bilbao en het ABBA-museum in Stockholm is redelijk maf, maar eigenlijk zie ik liever de dagelijkse kunst van het gewone leven op straat.

Kun je het werk eigenlijk makkelijk loslaten op vakantie?

T’SJOEN: Dat is geen probleem. De laatste dagen voor mijn vertrek zijn mijn gedachten al wat minder bij het werk. Ik heb dan vaak hetzelfde gevoel als een marathonloper die de laatste honderd meter moet doen.

Heb je ooit een zomerlief gehad?

T’SJOEN: Wellicht wel, maar niemand die de lijst van memorabele lieven haalde. Hopelijk beledig ik daarmee niemand die dat zelf anders aanvoelde.

Wat is het mooiste souvenir dat je ooit meebracht?

T’SJOEN: Dan denk ik niet aan materiële dingen. De souvenirs zitten waar ze moeten zijn, in mijn hoofd.

Wat is volgens jou de grootste vestimentaire zomerblunder?

T’SJOEN: Ach, iemand die er goed uitziet en mooi gebouwd is, kan een vuilniszak aandoen en zal nog aantrekkelijk zijn. Dus vestimentair zijn er weinig no-go’s. Ik erger me wel een beetje als ik pretbedervers ’s ochtends met een regenjas om de arm naar het werk zie vertrekken, ook al is het bloedheet en wordt er die dag geen spatje regen voorspeld.

Welke reis zou je nooit opnieuw maken?

T’SJOEN: Ik ben ooit voor twee weken naar IJsland gegaan, en daar was ik de mooie natuur met de vulkanen, watervallen en geisers al moe op de tweede dag. Het was er ondanks de zomer toch wat frisjes en ik verveelde me steendood. Ook in Reykjavik – dat je gezien op een halve dag. Had ik gekund, dan was ik de rest van die reis in de geothermische Blue Lagoon in de buurt van Grindavik blijven dobberen.

Disneyland Parijs is de meest overschatte reisbestemming: lelijke hotels, slecht eten, lange wachtrijen, veel lawaai en krijsende sensatiezoekers op de attracties.

Wat is de meest overschatte reisbestemming?

T’SJOEN: Disneyland Parijs. Lelijke hotels, slecht eten, lange wachtrijen, veel lawaai, krijsende sensatiezoekers op de attracties – geen idee waarom zoveel mensen daar graag naartoe willen.

Heb je, behalve reizen, nog andere plannen deze zomer?

T’SJOEN: Als inwoner van Gent Centrum, op een steenworp van de feestenzone, kan ik de Gentse Feesten niet vermijden. Om te slapen verhuis ik wel naar de logeerkamer achteraan de woning, want het lawaai op straat dendert de hele nacht maar door. Maar ik klaag niet: tien dagen per jaar moet dat kunnen. Verder reken ik op mijn vrienden voor dat laatste ticket voor een dagje Tomorrowland.

Je hebt geen leeslijst de komende weken?

T’SJOEN: Omdat ik al zoveel lees voor het werk, wil ik eigenlijk niet teveel met mijn neus in de boeken zitten tijdens mijn vakanties, en al helemaal niet op reis. Als ik dan al iets lees, is dat meestal een boek rond zelfhulppsychologie – zo’n boek waarvan de inhoud je tijdens het lezen zelf helemaal overtuigt, en waarvan de toepassing in het dagelijkse leven zo goed als nihil is.

Laten we ook in Gent eindigen, op je favoriete zomerterras.

T’SJOEN: De onbetwitsbare nummer een is mijn eigen dakterras, maar als ik in een sociale bui ben vind ik mijn vrienden zonder afspraak terug bij de A-Pluss in de Belfortstraat. Toon is de knapste barman van Gent, en zijn terras is de ideale Gentse Feestenplek na middernacht.

Partner Content