Brussel, ondergewaardeerde schoonheid

© Alexi TAUZIN - Fotolia

Zelfs de Brusselaars lopen vaak achteloos langs echte pareltjes. Onbekende en ondergewaardeerde hoekjes die je niet in de gebruikelijke reisgidsen vindt. Een uitstekende reden om Brussel weer eens op een andere manier te bezoeken.

De Baardgang, de Getrouwheidsgang, de Poppegang of de Roostergang… Zoveel grappige namen die ieder op zich iets over de geschiedenis van Brussel vertellen. Onopvallend, verborgen: de gangen (nauwe, doodlopende steegjes) vormen de ziel van Brussel. Er zijn er nog altijd meer dan 200 waarvan er veel onbekend zijn. Weekendesk heeft er enkele uitgekozen die beslist de moeite waard zijn, vooral voor de kroegjes waar ze op uitkomen.

– In het centrum kent iedereen de beroemde Schuddeveldgang die naar het Koninklijk Poppentheater Toone en zijn oude bistro leidt. Minder bekend is de Sint-Nikolaasgang die naar Au Bon Vieux Temps leidt.

– Was er nog een betere naam te verzinnen voor de nabijgelegen Geschenkengang? Deze leidt linea recta naar de kroeg A l’Imaige Nostre-Dame.

– Op een steenworp afstand van de Nieuwstraat vormt taverne L’Espérance, waarvan het gebouw door de beroemde architect Léon Govaerts werd ontworpen, een uitzonderlijk voorbeeld van de Belgische art deco-stijl.

– In Ukkel keer je nog verder terug in de tijd door binnen te stappen in de Vieux Spijtigen Duivel. Deze posthalte uit de 16e eeuw verwelkomt nog steeds zowel reizigers als stamgasten. De inrichting is niet veranderd en men gaat nog altijd rond de oude Leuvense stoof zitten. Net als Victor Hugo of Baudelaire deden!

– In dezelfde bijzondere sfeer dompelt Hôtel Vintage, dat perfect gelegen is vlakbij de Louizalaan, je met plezier onder in het recente verleden.

Geheime parken

Als groene stad telt Brussel talrijke verborgen parken die bij slechts enkele bewoners of oplettende wandelaars bekend zijn.

Brussel, ondergewaardeerde schoonheid
© slowcentury – Fotolia

– Weinig mensen kennen de schitterende Koloniale tuin en het Sobieskipark die aan de voet van het Atomium liggen. Daarachter bevinden zich de Tuinen van de Bloemist. Deze koninklijke tuinen werden beplant met boomgaarden of dienden om planten uit Congo te laten wennen aan het Belgische klimaat. Helemaal aan het eind bieden de balkons een van de mooiste uitzichten over de hele stad.

– Ook rustig: in de nabijgelegen gemeente Jette vind je aan de Leopold I-straat een verbazingwekkende Lourdesgrot die in een klein park verscholen ligt.

– Op de grens van de streek, in de wijk Neerpede te Anderlecht, ligt een landelijk hoekje dat rechtstreeks afkomstig lijkt te zijn uit een schilderij van Bruegel. Daar domineert midden in het veld de laatste werkende molen van Brussel het landschap: de Luizenmolen. Een identieke replica van de voormalige molen die op dezelfde plek in 1864 werd gebouwd. Deze plek herinnert ons eraan dat Brussel altijd al een landelijk gelegen stad is geweest.

Naast de grote musea die veel bezoekers trekken, telt Brussel ook enkele minder druk bezochte pareltjes. Zoals het Wiertzmuseum in Etterbeek dat in het atelier van de kunstenaar zelf gehuisvest is. Of ook nog het Van Buurenmuseum in Ukkel dat een ode is aan de art deco-stijl. Dit museum is zowel interessant voor zijn binnenhuisinrichting dat met prachtige kunstwerken is verfraaid, als voor zijn tuin.