Voor 4:
aardappelpuree van 12 middelgrote aardappelen
2 dl olijfolie
450 g schelvisfilet
peper en zout
20 jonge wortelen
1 sjalot
boter
3 el fijngehakte peterselie
4 eieren
azijn
Maak aardappelpuree, werk op met een flinke scheut olijfolie. Rook de schelvisfilet warm in een rookdoos gedurende ongeveer 10 minuten. Haal uit de rookdoos en prak fijn met een vork. Meng onder de aardappelpuree, kruid met peper en zout en hou warm.
Maak de wortelen schoon en schil met een dunschiller. Bak een fijngehakte sjalot aan in boter en stoof er de wortelen beetgaar in. Bestrooi op het einde met fijngehakte peterselie, kruid met peper en zout.
Breng lichtgezouten water met een flinke scheut azijn aan de kook. Breek de eieren apart in een kop, maak met een lepel een draaiende beweging in het water en laat telkens één ei zacht in de draaikolk glijden.
Laat gedurende 2 tot 3 minuten pocheren en geef het ei regelmatig vorm met een lepel. Lepel daarbij het stollend eiwit over de dooier. De dooier moet helemaal omgeven zijn met gestold eiwit, maar moet vloeibaar blijven. Laat het ei nadien uitlekken op een keukenhanddoek.
Pocheer elk ei apart. Schik de puree in het midden van de borden, leg er de eieren op en verdeel de wortelen rondom.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier