Tijgergarnalen en sint-jakobsschelpen met Japanse noedels en dashi

Voor 4 personen
  • 12 grote tijgergarnalen
  • 8 nootjes van sint-jakobsschelpen
  • dashi
  • 8 shii-takes
  • 1 aubergine
  • ±200g Japanse rijstnoedels
  • sojasaus (zoet)
  • sesamzaadjes
  • kombu (zeewier, vers of gedroogd)
  • instant pindasaus
  • daikon-reuzenradijs
  • pijpuitjes
  • basilicum (vers)
Bereiding
  1. Maak de dashi voor vier personen en voeg er opgebonden tijm, laurier en peterselie aan toe. Laat een half uurtje trekken en zeef. Houd warm.
  2. Kook de noedels 10 minuten in gezouten water, spoel kort onder koud water en houd warm.
  3. Pel de gamba’s met het staartstukje. Verwijder het darmkanaal. Snijd de daikonradijs op een fijne mandoline (schaaf) en leg de plakjes in ijswater; doe hetzelfde met de lente-uitjes.
  4. Snijd de aubergine in ronde schijven van 1cm dik, besprenkel met zoete sojasaus en bestrooi met sesamzaadjes. Bak de schijven in de oven (20 minuten op 200°C).
  5. Snij de shii-takes in reepjes en bak de paddestoelen samen met de gamba’s en de sint-jakobsschelpen. Alles warm houden.
  6. Maak pindasaus door de pasta even te laten opkoken. Snij het zeewier in fijne reepjes en meng het onder de noedels.
  7. Warm de dashi-bouillon op en giet een pollepel per persoon in voorverwarmde kommen. Draai op een vork een portie Japanse noedels en schik deze in de bouillon. Leg daar de aubergine bovenop en schep hier een lepel pindasaus over.
  8. Versier met fijngesneden daikon. Verdeel de mengeling van gamba’s, sint-jakobsschelpen en shii-takes errond en versier met vers basilicum en lente-uitjes.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content