Rosbief met Hagelandse seizoensgroenten

  • Moeilijkheid

Nodig voor 4:

4 schorseneren

Vetstof

1 dl tuinkruidenbouillon

Frituurpan

4 kleine stronken witloof

Kruiden

Honing

600 g Hagelandse geitenhoorn

800 g rosbief van het achterkwartier van een Dubbeldoelrund

1 kleine ui

1 worte

1 selder

Voor de saus:

25 g vetstof

1 gesnipperde sjalot

1 dl port

0,5 dl rundsfond

0,5 dl tuinkruidenbouillon (van de schorseneren)

0,5 dl room

Maak de schorseneren grondig schoon. Schil 3 stuks en snij ze in langwerpige deeltjes van 4 cm. Snij de overgebleven ongeschilde schorseneer met een dunschiller in lange sneden.

Reinig de stronken witloof. Verwijder het bittere gedeelte en snij elke stronk in de lengte. Maak de ongeschilde aardappelen schoon, kook ze beetgaar en houd ze warm.

Bak de gesneden schorseneren in vetstof. Voeg er tuinkruidenbouillon bij en laat de groenten beetgaar worden. Giet af en bewaar de vloeistof.

Stoof het witloof beetgaar in vetstof, overgiet met een beetje honing en breng op smaak

Schroei het vlees aan alle kanten bruin in een grote kookpot. Doe er 2 eetlepels water, de ui en de wortel bij. Laat gedurende 20 minuten gaar bakken onder het deksel. Kruid in de helft van de braadtijd en laat het vlees op het einde 10 minuten rusten

Fruit de sjalot in vetstof. Doe er de rundsfond bij en een weinig schorsenerenvocht. Laat inkoken. Doe er de port bij. Laat nog wat inkoken en zeef de saus. Werk de saus af met room en breng op smaak. Frituur de ongeschilde schorseneren epen.

Bordschikking:

Snij het vlees in dunne plakken en plaats het dakpansgewijze middenin het bord; versier met de Hagelandse geitenhoorn, de schorseneren, het witloof en de gefrituurde schorseneren; trek een streepje saus over het bord.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content