Hapjes met vulling van ganzenlever en zwezerik

Nodig voor vier :

Nodig voor vier :

4 gele pâtissons (tulbandkalebas)

4 groene pâtissons

4 kleine tomaatjes

200 g mager kalfsgehakt

1 eierdooier

1 takje verse marjolein

1 tak pimpernel

1 blad salie

zout

peper

4 rivierkreeftjes

100 g rauwe ganzenlever

150 g schoongemaakte kalfszwezeriken

Infusie :

1 takje pimpernel

1 takje marjolein

1 takje salie

water

Saus :

2 dl room

1 takje pimpernel

1 takje marjolein

1 takje salie

zout

peper

De pâtissons (soort pompoen) 5 minuten in gezouten water koken. De pâtissons verwijderen en de kreeftjes toevoegen en 1 minuut koken. De pâtissons laten afkoelen. De bovenkant van de pâtissons en de tomaten verwijderen en de groenten met een lepel leeghalen. Het kalfsgehakt kruiden met fijngesneden marjolein, pimpernel, salie, zout en peper. De leeggehaalde groenten vullen met gehakt. Een infusie trekken van pimpernel, marjolein, salie en een weinig kokend water. Alles vermalen in de blender van een mixer en zeven. Het vocht in een injectiespuit doen en de zwezerik op verschillende plaatsen een prik geven. De zwezerik bakken en in vier plakjes snijden. De ganzenlever in vier plakjes snijden. De schijven in een pan met antikleeflaag bakken (anderhalve minuut aan elke kant). De rivierkreeftjes uit hun pantsers halen en de staartjes op de tomaatjes leggen. De plakjes lever en zwezerik op de pâtissons leggen. De afgesneden bovenkanten van de groenten terug aanbrengen en vaststeken met een tandenstoker. Alles 20 minuten in een oven van 160° C plaatsen. Ondertussen de room met de kruiden inkoken. De kruidenroom zeven. De hapjes op vier warme borden schikken en de saus over de bordspiegels uitgieten.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content