Voor 1 taart:
60 g boter
40 g demerarasuiker (grove rietsuiker)
60 g tarwebloem
40 g amandelpoeder
olie
250 g Leopolddruiven
slagroom
Voor de gelei:
6 gelatinebladen
6 dl water
sap van 1 citroen
3 el honing
Meng boter, suiker, bloem en amandelpoeder in een kom. Voeg een scheut water toe en kneed tot een kruimelig deeg. Leg een uitgesneden vel bakpapier op de bodem van een springvorm en strijk de zijranden in met olie. Druk er het deeg in aan tot een laag van ongeveer 2 cm dik. Bak de taartvorm 15 minuten in een oven van 180°C. Laat afkoelen.
Week de gelatinebladen in koud water. Breng het water met het citroensap en de honing net aan de kook, haal van het vuur en smelt er de uitgeknepen gelatinebladen in. Laat afkoelen en half opstijven in de ijskast.
Snij de druiven middendoor en schik op de taartbodem. Verdeel er de lobbige gelei over, in een laag van ongeveer 3 cm dik, en strijk de bovenkant glad. Laat helemaal opstijven in de ijskast. Haal de taart uit de vorm en snij in stukken. Serveer met slagroom.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier