Carré confiture

  • Moeilijkheid

Taart voor 10 personen:

Voor het bladerdeeg:

270 g bloem

100 g boter

100 g water

7 g zout

135 g toerboter (harde boter, bijvoorbeeld Echiré)

Voor de afwerking:

600 g abrikozenconfituur

1 losgeklopt ei

Maak vooraf het bladerdeeg. Maak een kuil in de bloem en doe daarin boter, water en zout. Kneed tot deeg, rol tot een bol en laat 1 uur rusten in de ijskast. Rol het deeg uit in een vierkant en smeer de toerboter open in het midden. Vouw de vier uiteinden over de boter en rol het deeg uit tot een rechthoek. De boter moet in het deeg blijven.

Plooi het deeg in drie (eerste toer), rol uit en plooi opnieuw in drie (tweede toer). Laat 1 uur rusten in de ijskast, rol uit, geef opnieuw twee toeren en leg opnieuw in de ijskast. Geef het deeg vlak voor de bereiding nog eens twee toeren en rol het uit tot 2 mm dik. Na elke toer moet het deeg worden uitgerold.

Bekleed een vierkante taartvorm met het bladerdeeg, snij het overhangend deeg af en prik het deeg in de vorm in met een vork, zodat het niet kan rijzen.

Verdeel de abrikozenconfituur over het deeg. Rol het afgesneden bladerdeeg uit tot 1,5 mm dik en snij in repen van 5 mm breed. Verdeel kruisgewijs over de taart en strijk in met losgeklopt ei. Bak de taart ongeveer 25 minuten op 220°C. Laat afkoelen.

*Tip: het is belangrijk het bladerdeeg zo koud mogelijk te bereiden, zodat de boter goed hard blijft. Zo zal het bladerdeeg zeer licht zijn na het afbakken. Bereid het daarom bij voorkeur op een marmeren werkblad.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content