Geproefd: Chardonnay uit de Nieuwe Wereld

© Michel Vaerewijck

Deze week proeven we zes chardonnaywijnen uit de Nieuwe Wereldlanden. De wijn blijkt het best ontwikkeld te zijn in Australië. Tekst en uitleg.

Chardonnay 2011 ‘La Capitana’, Viña La Rosa, Cachapoal Valley, Chile Warmgele nuance van rijp. Complexe neus met mooi ingedekt hout. Herkenbaar als chardonnay. De smaak is traditioneel dragend en met goede densiteit. Goede wijn voor de grote tafel.

Delhaize: 6,99 euro.

Chardonnay 2011, Domaine Boyar, Bulgaria Opvallend bleke, bijna waterachtige kleur. Heel zuivere fruitneus, maar nauwelijks herkenbaar als traditionele chardonnay. De smaak is simpel friszuur. Geschikt als aperitief en voor bij oesters.

Colruyt: 3,05 euro.

Chardonnay 2011, Lindeman’s Bin 65, Australia Frisse kleur met nuance van groen en even frisse chardonnayneus. Smaak van traditionele chardonnay. Goede wijn voor bij vis uit de oven.

Delhaize: 6,29 euro.

Chardonnay 2011, ‘Argento’, Mendoza, Argentina Frisse groengele kleur maar een storende eiktoets aan de neus. Ook de smaak is te doortimmerd. Geen gastronomische toepassingen.

Colruyt: 4,99 euro.

Chardonnay 2010, ’35 South’, Cachapoal Valley, Chile Heel bleke kleur en fruitneus, maar niet herkenbaar als traditionele chardonnay. De smaak is fris en simpel. Aperitiefwijn.

Carrefour: 6,49 euro.

Chardonnay 2010, ‘Alvinde’, Colchagua Valley, Chile Heel kleine nuance van rood in de kleur. Secundair fruit aan de neus, maar zonder oxidatie. Goede, neutrale, universele maaltijdwijn.

Carrefour: 6 euro.

Meer over Australische chardonnay

In de Nieuwe Wereld is chardonnay het best ontwikkeld in Australië. 2002 was daar bijzonder koel en fris, er werd zelfs gesproken van een recordjaar, vooral in de zuidelijke gebieden van West-Australië (met onder meer Margaret River), Zuid-Australië, Victoria en Nieuw-Zuid-Wales. Die onverwachte koelte maakte een stijlverandering mogelijk bij de witte klassewijnen, vooral deze van chardonnay.

Vóór 2002 zei men van Australische chardonnaywijnen dat ze de ‘allure van een olifant’ hadden: ze waren van erg lage rendementen en van krachtige, iets overrijpe druiven; ze werden vergist op natuurgist van het perceel, gelagerd op de gistrest en in honderd procent verse eiken barriques; het alcoholgehalte bedroeg altijd meer dan 14% en de wijnen waren licht ranzig en nooit helemaal droog.

De natuurlijke koelte van het millésime 2002 bracht dus een opening naar meer verfijning, met minder hout en minder alcohol, en, tot ieders verrassing, meer bewaarpotentieel. Bij de vroegere ‘olifanttypes’ was een gunstige evolutie op fles van drie jaar al een uitzondering; na 2002 werd een natuurlijk zuurgehalte van 9 g/l haalbaar, waarbij niet meer chemisch moest worden aangezuurd – aanzuren gaat altijd gepaard met een smaakonevenwicht.

Men slaagde erin om frisheid en instapklare drinkbaarheid in de Australische chardonnay te brengen, ook bij de supercommerciële types: Jacob’s Creek is nu fris geelgroen van kleur met 12° alcohol en heeft de oude goudgele gewaden afgelegd. Meer nog: Australië nam zelfs in de wijnwereld de leiding in de noodzakelijke reductieve technologie van het wijn maken met horizontale persen, met weinig schilcontact, met extreem zuivere most en met geselecteerde gisten. Deze ommezwaai was mogelijk omdat er down-under geen loodzware traditie-der-voorvaderen in de weg staat.

Nu vindt men in Australië een veelvoud van wijnstijlen, naargelang van de eigenheid van het perceel en de opties van de wijnmaker. De belangrijkste elementen die de kwaliteit bepalen zijn: een koel klimaat, oude wijnstokken, een goede kloonselectie, een juiste snoeiwijze, het juiste oogstmoment voor smaak en frisheid, handpluk en hele trossen in de persen, geen extreme klaring van het sap, perceelgist en juiste dosissen van sulfiet. Een waaier van parameters dus, die aanleiding geeft tot een gelijkaardige waaier van kwaliteiten en stijlen.

Herwig Van Hove

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content