De 10 geboden van het pastakoken

© iStock

Wat moet je weten als je pasta kookt en hoe voorkom je dat hij plakkerig wordt? Tien tips.

1. Kies bij voorkeur pasta die van durumtarwe is gemaakt. Neem 100 tot 125 gram per persoon.

2. Kook pasta in een grote pan in ruim gezouten kokend water (1 liter per 100 gram pasta) en zorg ervoor dat de saus tegelijkertijd klaar is.

3. Voeg de pasta in een keer toe. Dat spreekt voor zich. Wie zich tijdens het koken bedenkt en nog vlug een handvol stengels toevoegt, zit met het probleem van verschillende gaartijden.

4. Breng het water snel terug aan de kook en roer de pasta met een vork los. Boter of wat olijfolie toevoegen om het kleven tegen te gaan, is geen must.

5. Sluit de pan af en hou het water tegen de kook aan. Vermijd dus te hoge temperaturen zodat de boel niet begint over te koken.

6. Roer regelmatig om te voorkomen dat de pasta aan elkaar kleeft.

7. Respecteer de vermelde kooktijd : pasta mag beetgaar zijn (al dente).

8. De kooktijd is afhankelijk van de versheid, de vorm, de kwaliteit en het formaat : wees dus waakzaam.

9. De gaarheid van pasta controleert men met het oog (het deeg moet nog over een vitale spankracht beschikken en mag niet platgekookt zijn) en met de tanden (de buitenkant mag niet aan de tanden blijven plakken en dient bij het bijten weerstand te bieden).

10. Giet het kookvocht af, bijvoorbeeld met behulp van een zeef, en schud om het laatste vocht weg te laten lopen. Het schrikken onder koud water doet het garingsproces onmiddellijk stoppen, maar tegelijkertijd worden de kleefstoffen aan de oppervlakte weggespoeld. Hierdoor slaagt de pasta er minder gemakkelijk in om een ‘verbintenis’ met de saus aan te gaan. Een andere truc is nog een of twee lepels kookvocht over de pasta gieten. En dan: serveren maar. (PvD/DB)

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content