Cardin bedreigt Venetië

Pierre Cardin wil een toren van 250 meter hoog bouwen op 6 kilometer van het San Marcoplein in Venetië; een wolkenkrabber die wel eens het hele uitzicht van de Dogenstad zou kunnen verpesten.

Pierre Cardin is 90 geworden en wil zichzelf een presentje geven: een skyscraper naast Venetië. De kans dat de voormalige modeontwerper in zijn opzet slaagt om ginds zoiets neer te poten groeit met de dag. Wellicht jammer voor de antieke Dogenstad en voor de volgende generatie die zijn lichtpaleis misschien wel zal verfoeien. Want gaat er achter de megalomane architectuurprojecten van tegenwoordig en de wijze waarop we naar het verleden kijken geen generatiekloof schuil?

“Monumentale projecten zijn ouderwetse architectuur”
Verschillende jonge architecten legden me uit dat monumentale projecten – en vooral hoogbouw eigenlijk – “ouderwetse architectuur” zijn. Tja, dan is het project waarmee de 90-jarige fashion designer Pierre Cardin zijn geboortestad Venetië (hij werd in een dorp in de buurt geboren) wil opfrissen best oubollig! Op 6 kilometer afstand van het San Marcoplein plant hij een 250 meter hoge toren, dubbel zo hoog als de campanile dus. Zijn glazen bloemenvaas, de “Palais Lumière”, zal winkels, hotels, restaurants en een modeschool herbergen.

Nochtans ontving Cardin deze week de “Leone del Veneto”, een onderscheiding die gegeven wordt aan eminente Venetianen. Hij kreeg meteen de kans om reclame te maken voor zijn vastgoedproject dat, indien goedgekeurd, tegen 2015 af moet zijn. Het lokale bestuur is voor, maar grote delen van de bevolking zijn tegen. Erfgoedverenigingen vinden dit stadslandschappelijk niet kunnen en opperen dat het project beter in Dubai thuishoort. De door zijn neef, Rodrigo Basilicati, ontworpen phallus (dixit de erfgoedspecialisten) is beslist zo banaal van vorm dat hij in Dubai niet mis zou staan.

De tegenstanders voeren ook aan dat dit project de commerciële druk op de stad nog zal vergroten. Dat is niet ondenkbaar. En door de diepe funderingen zou ook de aquifer, een waterhoudende grondlaag, worden verstoord, wat nare gevolgen voor het waterpeil zou hebben. Ook dat kan Venetië missen als kiespijn.

Ondertussen worden er in Parijs al de eerste flats verkocht. Iedereen wil op de eerste rij zitten om voor zich het unieke stadspanorama op de Dogenstad te bewonderen.

“Het gevaar dat er straks ook van Brugge niets meer overschiet is reëel”
Deze situatie doet me meteen denken aan Brugge, onze enige harmonisch bewaarde oude stad met veel groen en leuke “zichtjes”. Ook daar houden projectontwikkelaars van ietwat hogere flatgebouwen die gratis uitzicht bieden op een fraai stadslandschap. Een beetje egoïstisch, want wie vanuit zo’n gebouw kijkt, ziet de duiventil waarin hij zelf zit niet, de rest van de bevolking wel. Iedereen vindt Brugge leuk, ook projectontwikkelaars, want de schoonheid van de omgeving maakt elk project extra aantrekkelijk. Het gevaar dat er straks niets meer overschiet is echter reëel.

De frictie tussen het bestuur, lokaal, regionaal of hogerop en de bevolking loopt soms wel eens mank. De groene jongens van het natuurbehoud weten zich aardig te verdedigen, maar in de monumentenzorg ligt dat anders. Er wordt wel eens boven het hoofd van de bevolking beslist. Oude gebouwen worden makkelijker dan ooit gesloopt, zeker nu het crisis is waar duiten belangrijker zijn dan gezond verstand of fijne smaak.

In de komende jaren dreigt er trouwens in onze binnensteden flink wat te worden gesloopt. Nu komen overal kerken, kloosters, scholen en abdijen leeg te staan. Deze gebouwen zijn niet zelden bouwhistorisch erg boeiend, maar ook fragiel voor de sloophamer. En dat wakkert de grote plannenmakers met financiële ambitie aan. De bouwheren en bouwmeesters van nu zijn meestal veertigers, vijftigers of zestigers die nog dromen van ‘grootschalige oplossingen’, zoals ze dat mooi noemen. Toch vraag ik me af of een kleinschalige ecologische oplossing niet tot een veel progressievere aanpak leidt en of de glazen poliep van Cardin voorbijgestreefd is vooraleer ze ooit werd gebouwd. Veel megalomane architectuurprojecten hebben eigenlijk meer met commercie dan met bouwkunst of monumentenzorg van doen.

“Voor veel “ouderen” kan alles er niet futuristisch genoeg uitzien en voor jongeren is net het tegenovergestelde aantrekkelijk”
Vorige week zat ik in de kroeg naast vier jonge Amsterdamse studenten die Brugge kwamen bezoeken en vroeg hen doodbedaard wat ze hier kwamen zoeken. Of ze de stad zelfs niet ietwat vervelend vonden? Ze ontkenden dat verontwaardigd en vonden het middeleeuwse, mysterieuze Brugge net spannend. Ik zie bovendien steeds meer jongelui kleine middeleeuwse prullaria verzamelen en hun huis volproppen met oude spullen. Is dat de generatie die amper geschiedenisles kreeg?

De Amsterdamse studenten moesten niets hebben van het Historium op de markt van Brugge dat de middeleeuwen digitaal wil doen herleven: kitscherig en artificieel. Ze houden liever van het ouderwetse Gruuthusemuseum met zijn geheimzinnig hoekjes en kantjes, maar dan zonder digitale schermpjes. De jongeren hadden wellicht ooit nog Harry Potter gelezen en vonden Gruuthuse net Zweinstein. Dus is er toch een soort generatiekloof. Voor veel “ouderen” kan alles er niet futuristisch genoeg uitzien en voor jongeren is net het tegenovergestelde aantrekkelijk. Misschien verandert Pierre Cardin, als hij nog iets ouder wordt, wel van mening. Het idee om op die oever wat uit te bouwen kan best interessant zijn, maar hoeft het daarom zo hoog en overheersend?

Piet Swimberghe

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content