De huisparfumeurs van Chanel

Slechts enkele huizen hebben een eigen parfumeur in dienst. Bij Chanel hebben ze er zelfs twee. Een dubbelinterview.

Met de Fransman Jacques Polge is Chanel aan zijn derde generatie huisparfumeurs toe. Polge, die al vijfendertig jaar het brein is achter verschillende parfums, waaronder Coco, Allure en Coco Mademoiselle, groeide op in parfumstad Grasse. Zijn grootste successen: Soir de Paris van Bourjois, en Diva en Senso voor Ungaro. In 1978 volgde hij Henri Robert op als huisparfumeur van Chanel.

Vier jaar geleden werd de Brit Christopher Sheldrake zijn rechterhand. Sheldrake heeft een ruime internationale ervaring, waarmee hij Polge mooi aanvult.. Eerder toevallig belandde hij later in Grasse, waar hij zijn roeping als parfumeur ontdekte. Hij werkte in Japan, de VS en Frankrijk en maakte parfums voor onder andere Rochas en Serge Lutens.

Parfumeur is een eenzaam beroep. Moet men er een speciaal karakter voor hebben? Jacques Polge: Elk beroep vraagt een bepaalde persoonlijkheid. Voor ons metier heb je een mix nodig van sensibiliteit en techniek.
Christopher Sheldrake: Mensen die mooie dingen maken moeten een beetje afzien. Het is inderdaad een eenzaam beroep, ieder beleeft het op zijn manier. Je moet sowieso nieuwsgierig zijn. Niet elke parfumeur heeft een goede neus, maar die kun je trainen. Een neus is als een taal: hoe meer je ze spreekt, hoe beter je erin wordt. Maar het blijft een middel, alles hangt af van wat je ermee doet. Creëren doe je met je hoofd. Je moet dus ook creatief zijn. En daarin verschillen parfumeurs sterk. Er zijn parfums die heel origineel zijn en er zijn er die duidelijk geïnspireerd zijn door andere.

Verschilt uw visie op parfum?
Christopher Sheldrake: Dat denk ik niet. We zijn het soms oneens, maar Jacques hakt de knopen door. Hij werkt al vijfendertig jaar voor Chanel en kent de ‘codes’ van het huis door en door. Ik heb een meer gevarieerde ervaring, dat werkt heel complementair.
Hoe verloopt uw samenwerking?
Jacques Polge: Een parfumeur heeft verschillende taken. Het gaat om meer dan creatie alleen. We superviseren de verschillende teams die de grondstoffen analyseren, de wetgeving opvolgen en de productie en kwaliteitscontrole uitvoeren. Genoeg opdrachten dus om te verdelen, maar we nemen samen beslissingen.
Christopher Sheldrake: Jacques zegt vaak dat twee neuzen beter zijn dan een. De een is een spiegel voor de andere: hij ruikt dezelfde geur anders. Dat geeft een andere manier van kijken en nieuwe inzichten. We concurreren niet met elkaar, we werken samen aan verschillende ideeën.

Chanel heeft altijd een huisparfumeur gehad. Geeft dat een toegevoegde waarde? Jacques Polge: Dat is gewoon onze manier van werken. Er zijn bedrijven die geen eigen parfumeur hebben en die het ook goed doen. Anderzijds zijn er verschillende huizen die niet zo lang geleden een eigen parfumeur in dienst namen. Dus moeten ze toch denken dat het iets extra’s biedt. Parfumeur zijn is een echt metier, je kunt het vergelijken met een chef die ingehuurd wordt door een restaurant. Bij Chanel is er respect voor dat metier: ik ben al de derde generatie parfumeurs. Het is belangrijk voor een merk dat er duurzaamheid is.
Christopher Sheldrake: De investering in een huisparfumeur resulteert in producten met een goede prijs-kwaliteitsverhouding. We besteden niets uit, doen alles zelf, we controleren de kwaliteit, van de grondstoffen tot het eindproduct. We beslissen zelf over de waarde die we in onze producten steken.

Volgens een marketingcredo moet je minstens elke twee jaar een parfum uitbrengen om ’top of mind’ te blijven bij de consument. Dat tempo ligt bij Chanel lager.
Jacques Polge: Chanel is niet het soort bedrijf dat lanceert om te lanceren. Bovendien hebben we het geluk dat onze oudere parfums het goed blijven doen. Er is geen beter voorbeeld van een langetermijnsucces dan N°5, een oud parfum dat nog springlevend is. Maar de markt oefent inderdaad een bepaalde druk uit om regelmatig met iets nieuws te komen. Daar moet je rekening mee houden, zonder de pedalen te verliezen.
Christopher Sheldrake: Veel grote merken willen een instant (financieel) succes en zoeken niet noodzakelijk naar een geur die blijft. Ze nemen niet het risico om een origineel parfum te brengen maar verkiezen een product waarvan ze zeker zijn dat het goed zal verkopen, omdat het lijkt op iets dat al goed verkoopt.

U bent een oude rot in het vak. Hoe kijkt u naar deze snel evoluerende industrie?
Christopher Sheldrake: Tegenwoordig worden jaarlijks wereldwijd zo’n vierhonderd parfums gelanceerd. Mensen weten steeds meer over parfums maar zijn tegelijk meer in de war omdat zoveel geuren op elkaar lijken. Er zijn ook veel ‘lege’ lanceringen: het flesje ziet er niet uit, de geur doet denken aan iets anders en de naam stelt niets voor. De nicheproducten zijn een tegenreactie: kleine bedrijven die heel aparte dingen brengen en grote huizen die private collections lanceren. Voor een groot merk is het belangrijk om grote financiële successen te hebben, maar ook om een imago hoog te houden door uit te pakken met originele creaties.

M. Sheldrake, wat fascineert u in parfum? Christopher Sheldrake: Het is een wereld die me voldoening geeft. Naast creativiteit is er immers ook een bepaalde logica mee gemoeid. Een geur is een structuur, die je voorzichtig moet uittekenen: eerst de basis en die wordt dan verder aangekleed. Ook het technische aspect boeit me: hoe je geuren stabiel houdt in verschillende texturen (alcohol of crèmes). Maar het gaat mij vooral om de geuren zelf. Ik geloof dat ze een invloed hebben op hoe we ons voelen: een parfum kan je meer zelfverzekerd maken. Niet zozeer omdat je lekker ruikt, maar omdat het een verlengstuk is van je persoonlijkheid. Er is een mysterieus, onbewust aspect aan parfum dat me fascineert.
Jacques Polge: Parfums hebben een onzichtbare kant, een taal zonder woorden die toch spreekt. De poëzie van de mode in een eigen universum. Parfum volgt de tijdgeest.

Sofie Albrecht.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content